Met koningin Clothilde bevinden we ons aan het prille begin van de middeleeuwen, zo rond 500. En we gaan letten op het Frankische rijk (Francia), dat men in zekere zin kan beschouwen als een van de opvolgers van het West-Romeinse rijk. Het vult voor een deel het machtsvacuüm op dat was ontstaan door de val van Rome (476). Europa staat aan het begin van een nieuw tijdperk. Wie zal daarin de boventoon voeren? En is er ook ruimte voor het evangelie en voor het stichten van kerken? Kan een koningin daarop invloed uitoefenen, zelfs als haar man nog een heiden is?
De val van Rome
Het proces van onttakeling van Rome was al aan de gang toen Augustinus in Noord-Afrika in de jaren na 410 zijn boek schreef over De Stad Gods. Rome was in ieder geval geen ‘Stad Gods’. Zelfs pausen konden hun Rome niet meer redden, al wisten ze vreemde heersers wel eens af te remmen. Maar uiteindelijk ging het mis: de laatste keizer, de jonge Romulus Augustulus, werd in 476 verbannen door Germaanse machthebbers.
Toch was er één belangwekkende factor die de lijn naar de toekomst openhield: dat was de christelijke kerk met haar bisschoppen. Zij waren uiteraard als eersten verantwoordelijk voor de gezonde kerkleer en voor toezicht op de geestelijken die in dorpen en steden waren aangesteld. Maar hun functie ging verder dan de kerk: ze waren ook rechters, allereerst over personen die met de kerk verbonden waren, maar dat had indirect ook invloed op de samenleving waarin de christelijke moraal steeds verder doordrong (of zou moeten doordringen) – zeker in zaken van huwelijk en seksualiteit. Kloosters maakten zich sterk om medische, diaconale en wetenschappelijke centra te worden. Bisschoppen waren met hun kerken en kloosters – zeker na het einde van de vervolgingen in 312 – een maatschappelijke factor van belang geworden. En nog steeds streefde de kerk naar uitbreiding van haar invloed. Haar missiedrang was permanent merkbaar, niet in het minst onder ‘barbaarse’ volken. Augustinus had ook opgeroepen om door te gaan ‘tot de einden der aarde’. Het was alleen wel zaak dat de bisschoppen steun kregen vanuit de regeringen van de landstreken waar dekerk was gevestigd. En daar willen we nu op letten.
Koning Clovis
De kern van het Frankische machtsgebied lag in wat nu zuid-België en noord-Frankrijk heet. Het stadje Doornik (Tournai) was het regeringscentrum. In 481 was daar een jonge koning (hij was waarschijnlijk een jaar of 15) aan de macht gekomen met de naam Clovis (ook wel: Chlodovech, in het Nederlands van nu: Lodewijk). De familienaam van deze vorst was die van de ‘Merovingen’. Clovis’ vader Childerik († 481) had nog als krijgsheer dienst gedaan bij de Romeinen, van wie hij een bondgenoot was. Maar omstreeks 476 ging deze veldheer zich meer en meer als ‘rex’, d.w.z. koning, gedragen. Nu waren er wel meer krijgsheren die zich ‘rex’ noemden, maar dat stelde vaak niet zoveel voor. De Merovingen waren echter zeer ondernemend. Vanuit Doornik zette Clovis zich enorm in om het machtsgebied van de Merovingen uit te breiden. Dat gebeurde ten koste van de Goten die in midden- en zuid-Europa veel te zeggen hadden. Het grootste succes kwam in 507 toen Clovis bij Vouillé (ten zuiden van Tours) de belangrijkste stam van de Goten met hun koning Alarik II versloeg. Daardoor kreeg Clovis een groot deel van Gallië onder controle.
Gallië begon vanaf dat moment steeds meer Francia te worden. En dat vond plaats in een tijd waarin de katholieke kerk daar al over zo’n 80 bisdommen beschikte. Een daarvan was nogal beroemd: Tours. De vermaarde ex-militair Martinus was in 371 door de bevolking van Tours gekozen tot hun bisschop. Zo was hij hun Sint Martinusgeworden die trouwens in heel West-Europa op grootste wijze vereerd werd. Dat we dit bisdom als ‘katholiek’ bestempelen, is in onderscheid van de godsdienst van de Goten: die waren namelijk Ariaans, volgelingen van Arius – tegen wiens Godsleer het Concilie van Nicea in 325 zijn stem had verheven. Clovis heeft als Frankische vorst dus de rechtzinnige kerkleer aanvaard en beschermd, maar onze vraag is nu wel: was hij zich dit wel bewust en zo ja, hoe serieus stond het met zijn godsdienst?
Het huwelijk met Clothilde
Op jonge leeftijd was prins Clovis reeds getrouwd. Van zijn eerste vrouw weten we weinig, ze heette waarschijnlijk Amalberga, ze was een prinses uit een Frankische familie. Na haar dood koos Clovis, intussen koning geworden, zich in 493 een nieuwe bruid: Clothilde, een Bourgondische prinses. Over haar jeugd wordt het volgende verteld. Zij had op het moment dat ze met Clovis trouwde geen ouders meer. Haar vader, koning Chilperik van Bourgondië, was in 493 in een familieoorlog verslagen en gedood, waarna haar moeder, Caratene, werd vermoord door dezelfde vijanden, Dat gebeurde op een barbaarse manier: met een steen om haar nek werd zij in het water gegooid, waardoor ze verdronk. Prinses Clothilde, nog net geen twintig, wist met haar zus aan dit familiedrama te ontkomen en kreeg bescherming in Genève bij een hun welgezinde oom. Haar zus Chrona trok het klooster in. Clothilde kreeg in 493 via een speciale afgezant van koning Clovis het aanzoek om met de Frankische koning te trouwen. Een prachtige bruidsring onderstreepte de wens van Clovis. Door deze ring aan te nemen gaf Clothilde te kennen dit aanzoek te willen honoreren. Maar ze maakte wel duidelijk dat een christin niet zomaar met een heiden mocht trouwen. Dit probleem legde ze intussen in Gods hand. In 495 trouwden zij. In hun huwelijk werden drie zonen en één dochter geboren.
Wordt koning Clovis christen?
Clovis was van huis uit een heiden. Wel was hij bij zijn kroning door bisschop Remigius van Reims toegesproken met de woorden dat hij zó moest regeren dat hij voor iedereen open stond: met jongeren moest hij spelen, met ouderen diende hij te overleggen. De bisschop wilde van Clovis een beschaafde vorst maken – wellicht als opmaat naar zijn keus voor het christendom. In een brief van Remigius aan Clovis lezen we: “Moge er gerechtigheid van uw mond uitgaan.” De koning werd dus tot bezinning gebracht. Het effect werd op een vreemde manier zichtbaar: toen Clovis na zijn overwinning op de Romeinse veldheer Syagrius bij Soissons (486) uit de buit de zilveren kelken, die uit kerken geroofd waren, aan de bisschop wilde schenken. Het verhaal gaat dat een van de krijgers het niet kon verkroppen dat zijn heer ook maar iets van de buit voor de kerk reserveerde; hij hakte de fraaie kelk in tweeën. Later heeft Clovis diezelfde militair dodelijk gestraft door hem tijdens een appèl naar voren te roepen, waarna hij hem de schedel door midden hakte, onder de uitroep: “Zo deed jij met mijn kelk in Soissons.”
De grootste invloed op Clovis ging uit van zijn ega, Clothilde. Vermeldenswaard is dat zij van huis uit tot de Arianen behoorde, maar dat zij deze sekte had verruild voor het katholieke geloof.
De doop van Clovis
Als koningin Clothilde bevalt van haar eerste kind, weet ze haar man zover te krijgen dat hij instemt met de doop. Maar een week later al komt de baby te overlijden, nog gehuld in zijn doopgewaad. Clovis weet niets anders dan de schuld aan de christelijke God te geven. Als een tijd later weer een prinsje wordt geboren, ontvangt ook hij de doop. Maar ook deze baby wordt ernstig ziek en de koning kan zijn ellende nauwelijks verkroppen. Clothilde gaat echter in gebed, en na aanhoudend gebeden te hebben knapt het kind op en geneest.
In 496 bindt Clovis de strijd aan met de Alemannen, een Germaanse stam uit het zuiden van wat nu Duitsland heet. Als zijn troepen lijken te verliezen, spreekt Clovis het volgende gebed uit :“God van Clothilde, als U mij de overwinning schenkt, zal ik uw gelovige worden en me laten dopen.” Clovis wint de strijd en houdt zich aan zijn woord: hij wordt christen. Het is even alsof keizer Constantijn de Grote hier spreekt – Clovis zal hem ongetwijfeld voor ogen hebben gehad. Zoiets geeft immers cachet aan het bekeringsverhaal.
Bisschop Remigius wordt van het heuglijke plan op de hoogte gesteld. En uiteraard wil hij als hoge gezagsdrager van de katholieke kerk de doop bedienen. Dat gebeurt na een paar pittige gesprekken met de koning in de kerk van Reims. Volgens een kroniekschrijver was het toen Kerstfeest 496. Tijdens de plechtigheid krijgt de koning te horen: “Buig uw hoofd, vereer van nu af wat u tot nu toe hebt verbrand, en verbrand wat u hebt vereerd.” Met hem worden – volgens de oude verhalen – ook 3000 soldaten gedoopt. Dat is in die tijd heel gewoon: zo koning, zo ook de soldaten. Maar of ze allemaal met vrucht het kerkelijk onderwijs hadden genoten, wordt niet vermeld. Het lijkt meer op een massa-overgang zonder enige geestelijke diepgang.
Dat er in de berichtgeving over de doop ook een legende meespreekt mag ons niet verwonderen. Er wordt verteld dat bij de doopplechtigheid van de koning de heilige olie was vergeten. Toen dat ontdekt werd, vloog er net een duif naar binnen met een vaatje olie. Een hemels geschenk…
Na 511, toen Clovis was overleden, ging Clothilde ertoe over om op verschillende locaties in Francia kerken en kloosters te bouwen. De verering van Sint Martinus bracht haar ertoe zich later te vestigen in het St. Martinusklooster bij Tours. Daar stierf ze in 545 (of 548), nadat ze met verdriet had moeten toezien hoe haar zoons zich in oorlogen tegen elkaar keerden. Toch bleef in het Frankische rijk – mee door de positieve houding van koningin Clothilde – de boodschap van de christelijke kerk klinken.
Dat het christendom ruim twee eeuwen later – onder Karel de Grote (± 800) – dégodsdienst van West-Europa was geworden, was slechts voor een deel aan de Franken te danken, minstens zoveel aan Angelsaksiche zendelingen als Willibrord en Bonifatius. God kiest ten diepste wie voor Hem de weg zullen banen voor Zijn koninkrijk. Koningin Clothilde (ook wel Chrodegild genoemd) mocht daarin haar eigen plaats innemen. ■