Wie in de 16deeeuw als hervormingsgezinde uit Zwitserland verkaste naar een Duitse stad moest ermee rekenen dat hij het niet gemakkelijk kreeg. Iemand als Luther had zo zijn bezwaren tegen ‘de Zwitsers’. Maar de prediker die we hier aan de lezer voorstellen – Christoph Schappeler – had als geboren Zwitser toch weinig problemen in de Zuid-Duitse stad Memmingen. Hij was daar bij een groot deel van zijn parochianen een zeer gewenste en ook geliefde voorganger. Zijn boodschap landde! Schappeler mag dan niet behoren tot de ‘grote’ reformatoren, maar tot vandaag geldt hij bij onze oosterburen als een ‘hervorragende’ geestelijke die zijn hoorders met vlijmscherpe woorden wist te treffen in hun hart. Hier volgt een biografische schets over deze opmerkelijke 16de-eeuwer. 

Sankt Gallen

Over de afkomst en jeugd van Christoph Schappeler is weinig bekend. Wel is zeker dat hij omstreeks 1472 in de Noord-Zwitserse stad Sankt Gallen werd geboren. Zijn vader heette Michael en behoorde tot het gilde van de kleermakers; moeder heette Magdalena von Bühler. Vader bereikte in het gilde de hoge plaats van meester. Daaruit mogen we concluderen dat de familie Schappeler tot de meer welvarende burgers van Sankt Gallen behoorden. De ouders lieten hun zoon studeren aan de Latijnse school; hij kreeg de kans om in de toch wel elitaire kring van klassiek-gevormden een rol te spelen en daar een werkkring te vinden. Al tijdens zijn studie had hij al weinig op met de scholastiek: de logica van Aristoteles achtte hij ‘Unsinn’, vooral omdat de Heilige Schrift als basisboek voor het geloof gesloten bleef. Met ratio alleen gaat het niet goed in geloofszaken. 

Dat Christoph een helder verstand had blijkt wel uit het feit dat hij vroegtijdig de doctorstitel wist te verwerven. Daarmee was hij ‘volleerd’ theoloog, terwijl hij ook kundig was in de rechten. Sinds 1507 hanteerde hij soms de Latijnse naam Sertorius (afgeleid van sertum = krans). 

Van 1503 tot 1513 was Christoph Schappeler werkzaam als docent aan de Latijnse School in Sankt Gallen. Hij kreeg een goede naam en dat drong door tot in Zuid-Duitsland. 

Memmingen

De 5000 inwoners van de vrije Duitse rijksstad Memmingen staan in de (kerk)geschiedenis bekend als een volk dat enerzijds trots was op de verworvenheden in kerkbezit en voorname patriciërswoningen, waaruit de weelde sprak, maar anderzijds hoorde men er ook de stem van hen die zich soms zomaar tot tolk maakten van de minder rijke bevolking die veelal zwaar gebukt ging onder financiële lasten. Dezen stonden altijd open voor sociaal getinte kritiek. Dat betrof niet alleen de belastingen (de tienden) en de arbeidsverhoudingen (adel tegenover kleine boeren en landarbeiders), maar ook de zaak van de steeds maar mooiere kerkgebouwen, voorzien van rijke altaren en beelden. Aan deze geldverspilling hadden veel inwoners van Memmingen een grote hekel. En dat was al tientallen jaren zo – met die erfenis kreeg de Reformatie te maken.  

Nu was er in de parochie van de St. Martinskirche een predikantsvacature ontstaan die standaard door de schatrijke familie Vöhlin betaald werd, waardoor deze ook het recht had om een nieuwe hoofdpredikant aan te wijzen. En de keus viel op de 41-jarige dr. Christoph Schappeler. Hij kwam naar Memmingen en proefde de sfeer in de stad. Het duurde niet lang of hij liet in zijn preken merken dat de onderlinge verbondenheid als christenen onder spanning kwam te staan als de verhoudingen tussen de kerkmensen niet zou verbeteren. Deze vaak herhaalde oproep tot verbetering van deze sociale orde – zowel in de stad als in de kerk – leidde enerzijds tot een grote toeloop van kerkgangers uit de lagere sociale milieus, maar ook tot kritiek van kerkelijke en wereldlijke overheden. De voorwaarden voor reformatie waren duidelijk aanwezig. De door Schappeler gelegde verbinding van sociale en politieke eisen met het Evangelie was echter voor veel rijkere burgers een brug te ver. 

Reformatie en maatschappelijke verandering

Het optreden van Martin Luther met zijn 95 stellingen in Wittenberg 1517 kreeg ook warme belangstelling van de pastor van de Martinskirche en zijn beminde gelovigen in Memmingen. Luther durfde het wel te zeggen! Maar hun eigen predikant was niet minder dapper. Steeds duidelijker legde Schappeler de Heilige Schrift uit en trok daaruit ook sociale consequenties. In goedgekozen bewoordingen maakte hij duidelijk dat er een onlosmakelijk verband bestond (en bestaat) tussen rechtvaardiging en heiliging. Deze reformatorische thematiek klonk overigens niet alleen uit Wittenberg, waarbij Schappeler vooral lette op Andreas Karlstadt von Bodenstein die als hoogleraar vooral praktische consequenties trok uit de vernieuwde theologie; hij ontwikkelde zich steeds meer in radicale richting en werd voorstander van de volwassenendoop – in latere jaren keerde Karlstadt terug naar de hoofdstroom van de Reformatie. Ook stond Schappeler in contact met dr. Balthasar Hubmaier; deze diende in Waldshut eerst als reformator, later als leider van de gematigde dopers – hij stierf in 1528 te Wenen op de brandstapel. Wat deze mannen nastreefden kan men het beste omschrijven als een nieuwe christelijke leefgemeenschap, met Gods wet als enige richtsnoer – een variant met utopische trekken op het middeleeuwse ideaal van een corpus christianum. Daarin zouden boeren een centrale plaats innemen. 

Maar Schappeler schonk ook veel aandacht aan de ontwikkelingen in zijn geboorteland, waar Huldrych Zwingli in Zürich sinds 1519 reformerend bezig was. En dat was niet maar een puur theologische zaak – bij hem telde ook de dagelijkse levenspraktijk. Zo keerde hij zich tegen de gewoonte dat Zwitserse soldaten zich verhuurden aan buitenlandse heersers, waardoor ze bij thuiskomst een flinke buit bleken te bezitten. Maar steeds vaker kwam de soldaat niet weer thuis; hij was gesneuveld – en wie droeg dan de zorg voor het huisgezin waaruit hij was vertrokken? Daarnaast was Zwingli ook de voorganger die aan allerlei uiterlijkheden, zoals vasten en bedevaarten geen andere boodschap had dan daarmee te stoppen: daarmee kon men toch niet het eeuwige heil van God binnenhalen!

Tweede godsdienstdispuut in Zürich

Toen in oktober 1523 in Zürich weer een officieel godsdienstgesprek zou plaatsvinden, onder toeziend oog van de stadsraad, was dat voor Schappeler hét moment om daar ook bij aanwezig te zijn. De volgende onderwerpen werden in het gesprek behandeld: a. de beeldenverering; b. de mis; c. de bevoegdheid van de overheid in godsdienstzaken. In het presidium van de disputatie kreeg Schappeler een plaats naast de geleerde Joachim Vadianus uit Sankt Gallen en de met Zwingli bevriende ex-monnik Sebastian Hofmeister uit Schaffhausen – op elk van de drie dagen trad een van hen op als voorzitter. 

Ten aanzien van de beelden en de mis won de partij van Zwingli, terwijl het derde punt een zaak van de overheid bleef – maar dan wel in geregeld overleg met de leiding van de kerk der Reformatie, dus met Zwingli. Schappeler was tevreden, hij sloot vriendschap met Zwingli. Maar thuisgekomen kreeg hij in februari 1524 de boodschap van de bisschop van Augsburg dat hij uit zijn ambt was gezet wegens zijn reformatorisch getinte preken. Hij diende zijn post te verlaten en de stad te worden uitgezet. Maar Schappeler liet zich er niet door van de wijs brengen en bleef preken als vanouds. De raad van Memmingen stond achter hem. Maar daarin kwam verandering toen er in een van de kerken een beeldenstorm plaatsvond – zoiets was ordeverstoring van de bovenste plank. Had de bisschop misschien toch gelijk? De aanhangers van de oude religie maakten zich sterk om de oude orde te herstellen. 

Kernpunten 

In januari 1525 ging Schappeler ertoe over een eigen kernprogram te formuleren voor de reformatie in Memmingen. Dit als reactie op de tegenwerpingen van de kant van priester Megerich. Hij hield het op zeven punten die hij in een zesdaags dispuut verdedigde. Zo wilde hij o.m. de oorbiecht afschaffen, niet meer bidden tot Maria en de heiligen, de betaling van de tienden herzien, het sacramentele karakter van de mis c.q. het avondmaal niet meer erkennen en de leer van het vagevuur als ongeloofwaardig afschaffen. Ook wilde Schappeler voortaan het avondmaal vieren onder twee gedaanten en was hij voorstander van het priesterschap van alle gelovigen. Deze mix aan wensen was gebaseerd op de Heilige Schrift die hij als enige autoriteit erkende. Hierin betoonde hij zich ook een volgeling van Zwingli. 

Schappeler werd uitgeroepen tot winnaar en nu kwam het zover dat de Raad van Memmingen veel van de gewenste veranderingen doorvoerde, maar de heren lieten tegelijk weten dat zij niet gediend waren van ‘radicale lekenbewegingen’. Daarmee stemde Schappeler in, waarbij hij duidelijk maakte geen voorstander te zijn van het streven naar macht door ongehoorzaam te zijn aan de overheid. Hij benadrukte dat men met elkaar in liefde moest omgaan op de basis van de geboden van God. 

Sociale spanningen

Intussen kreeg Memmingen in de jaren ’20 steeds meer nieuwe inwoners, onder wie Sebastian Lotzer, een warme en actieve voorstander van reformatie. Hij wordt gerekend tot de leken-theologen, maar zijn kost verdiende hij als bontbewerker. Hij beschouwde zichzelf als een ‘schlecht verstendig layen’, een eenvoudige leek, die het Evangelie graag onder de gelovigen wilde brengen. Hij beschouwde zich een leerling van Luther en voelde zich in Memmingen aangetrokken tot de preken van Schappeler, met name om diens sociale paragraaf. Lotzer meende in Schappeler een bondgenoot te hebben gevonden in zijn strijd tegen sociaal onrecht. En dat kwam aan het licht toen de eerste signalen werden opgevangen van eisen die zouden leiden tot de Duitse Boerenoorlog van 1525. De boeren in de regio Memmingen zegden de gehoorzaamheid aan de lokale machten op, met een beroep op de preken van Schappeler. Evenals Sebastian Lotzer, die zo nu en dan een theologisch pamflet de wereld in zond, wilden zij de Heilige Schrift niet langer zien als het document dat alleen aan de geestelijkheid toebehoorde, maar aan alle gelovigen. 

Twaalf Artikelen

In februari 1525 werd Lotzer nauwer betrokken bij de tot opstand neigende boeren uit de regio Memmingen. Hij schreef voor hen de doelstellingen van hun strijd, de Twaalf Artikelen(van de boeren). Een van de meest kenmerkende woorden uit dit manifest is vrijheid: men wil vrij worden van lijfeigenschap, ook vrijheid om als gemeente zelf een predikant te kiezen en te ontslaan, vrijheid om de tienden te bestemmen voor de allerarmsten. Een tweede term die onlosmakelijk aan vrijheid is verbonden betreft het woord recht: men wil herstel van oude rechten (zoals jacht- en visrecht), herstel van het recht om gemeenschappelijk weidegronden te beheren, de rechtseis tot verlaging van de pacht en de hoogte ervan niet zonder meer te hoeven accepteren. Het waren niet de zwaarste eisen die de boeren stelden, en wellicht kwam dat mee door de matigende invloed van Schappeler die de artikelen becommentarieerde – van hem werd wel beweerd dat juist hij deze artikelen had opgesteld. Het manifest werd vele malen herdrukt. 

Maar de reacties uit de hogere kringen waren sterk afwijzend – en daar schaarde Luther zich ook bij: de reformator was niet gediend van boerenagitatie die op revolutie kon uitlopen. Hij was niet uit op een nieuwe maatschappelijke orde. 

Boerenoorlog

De Twaalf Artikelen van Lotzer werden breed geaccepteerd in de kringen van de boeren. Toch waren er verschillen per regio. In het oosten van Duitsland werkte vooral de revolutionaire prediker Thomas Müntzer als leider. Maar de gevechten die in 1525 tot een hoogtepunt kwamen liepen voor hen uit op een totale catastrofe. De overheden en de adellijke machthebbers wisten het oproer te onderdrukken waarbij vele tienduizenden boeren en landarbeiders omkwamen. Volgens sommige berichten waren er in de regio Memmingen 7000 boeren en landarbeiders omgekomen. 

Memmingen rooms-katholiek

Nu namen de rooms-katholieke machthebbers de leiding in verschillende regio’s. De Boerenoorlog had het omgekeerde gebracht van wat men ervan had verwacht. De Reformatie werd door de oude machten ongedaan gemaakt. De troepen van de rooms-katholieke Schwäbische Bund trokken op 9 juni 1525 Memmingen binnen. Lotzer en Schappeler moesten een goed heenkomen zoeken. Van Lotzer is daarna nooit weer iets vernoemen.  Schappeler keerde terug naar Sankt Gallen en heeft daar een rustig bestaan als kerkdienaar gekend tot zijn overlijden op 25 augustus 1551. 

Memmingen wordt Luthers

Met de troosteloze nederlaag van de boeren was de Reformatie niet uit Memmingen verdwenen. Verscheidene raadsleden bleven opkomen voor de rechten van hun vrije stad. Op de Rijksdag van Speyer (= Spiers) 1529 deden ze mee met het protest tegen het verbod op uitbreiding van de Reformatie in het Duitse rijk. En op de in 1530 gehouden Rijksdag van Augsburg dienden de protestanten van Memmingen met die van Straatsburg, Lindau en Konstanz een eigen belijdenis in, de Confessio Tetrapolitana. Die kreeg echter niet de erkenning van de andere protestanten – dat gebeurde wel met de Confessio Augustana(de Augsburgse Confessie). Mee daardoor werd de confessionele kleur van Memmingen al vrij snel die van het Lutheranisme. Voor de door Schappeler gewenste terugkeer naar Memmingen was geen ruimte meer. 

Literatuur

Peter Blickle, Memmingen – ein Zentrum der Reformation, in: Joachim Jahn und Hans-Wolfgang Bayer (Hg.), Die Geschichte der Stadt Memmingen. Bd. 1, Stuttgart 1997, S. 349-418

Barbara Kroemer, Die Einführung der Reformation in Memmingen. Memmingen 1981

Andrew Pettegree, The Reformation. Critical Concepts in historical Studies. Vol. 1. London 2004

Paul A. Russell, LayTheology in the Reformation. Popular Pamphleteers in Southwest Germany 1521-1525.London etc. 1986