De stad Speyer rijdt men op reis door Duitsland gemakkelijk voorbij, al te gemakkelijk. Het is een plaats met een rijke geschiedenis, en daar hoort zeker het verhaal van de Reformatie van die stad bij. Hier is namelijk de naam ‘Protestanten’ontstaan. In welke kerkhistorische context dit gebeurd is, is het hoofdonderwerp van dit artikel.
Rijksdag van Speyer 1526
Toen de Reformatie in Duitsland goed op gang kwam, was Speyer (Ned.: Spiers) niet een van de eerste steden die zich daarbij aansloot. De Reformatie was een proces dat zich geleidelijk voltrok en waarbij ook verschillende regio’s rooms-katholiek bleven – al of niet gedwongen door lokale heersers. Het is niet ondenkbaar dat men in Spiers bang was voor de gevolgen van de rijksban die in 1521 door de keizer in Worms over Luther was uitgesproken. Behalve als de vorst – zoals in het geval van Luthers beschermheer Frederik van Saksen – over voldoende macht beschikte om de keizer op afstand te houden.
In de 16deeeuw was Speyer een stad waar de keizer ettelijke keren zijn rijksdag hield. De eerste keer was in 1526 en daar werd bepaald dat in het Duitse rijk de naleving van de rijksban van Worms 1521 een zaak was die‘naar eigen geweten en met verantwoording aan God’ kon worden ingevuld. Dit besluit was een grote doorbraak, want nu stond het een stad of regio vrij om in eigen verantwoordelijkheid voor de Reformatie te kiezen. Boeiende vragen werden gesteld: Was dit het begin van tolerantie van de kant van Karel V? Hadden de Lutheranen nu meer rechtszekerheid dan tevoren? Duidelijk was in ieder geval dat steeds meer Duitse vorsten en steden zich voor de Reformatie verklaarden.
Speyer 1529: de Protestatio
Maar toen de rijksdag van 1529 aanbrak – die weer in Speyer werd gehouden – bleek helaas dat er niets meer te verwachten viel van de hoogste overheid. Het besluit van drie jaar geleden moest teruggedraaid worden! De keizerlijke familie kwam hiermee nadat ze met de rooms-katholieke vorsten hadden gesproken; men wilde de Reformatie geen ruimte meer bieden en hen zeker niet als rechtmatige partij voor tolerantie erkennen. De reeds verloren gegane territoria moesten weer terug naar de rooms-katholieke partij.
Uiteraard kwamen de medestanders van Luther op die rijksdag in verzet: in totaal 6 vorsten en 14 rijkssteden. Dezen dienden een protestnota in tegen dit voornemen; dit document kreeg de naam ‘Protestatio’, waarmee de naam ‘Protestanten’ in zwang kwam. Maar de hoogste gezagdrager op de rijksdag van Speyer, koning Ferdinand (Karels broer), liet niet toe dat het document werd voorgelezen. Jammer, maar geen nood, toen werd de drukpers ingezet en kregen de Duitsers de tekst alsnog onder ogen. Het gedrukte woord had een groot voordeel: de actieradius van het protest van de evangelische partij was nu veel groter dan wanneer het in Speyer was voorgelezen. Het ging nu zelfs fungeren als een symbool van eenheid van de protestanten. Speyer werd de geboorteplaats van politieke samenwerking van de protestantse vorsten en steden. Een voor de keizer moeilijke zaak werd de weigering van protestanten tot militaire samenwerking in de oorlogen tegen de Turken.
Een jaar later kreeg de keizer op de rijksdag van Augsburg de Confessio Augustanaaangeboden, waarmee de geloofsbelijdenis van de evangelischen een publieke zaak werd. Politiek en godsdienst gaven elkaar de hand en de eenheid van het Duitse rijk kwam onder zware druk te staan.
Speyer wordt protestants
Wanneer we ons nu afwenden van de ‘grote politiek’ en ons richten op de ‘gewone man’, dan valt het in Speyer op dat onder de bevolking al vroeg in de jaren na 1520 grote interesse werd opgemerkt voor de zaak-Luther. Diens protest tegen de misstanden in de kerk was ook in Speyer op zijn plaats: het leven van de geestelijken werd alom bekritiseerd, ook de bisschop liet zijn stem daartegen horen. Maar zijn maatregelen kwamen pas na 1540 af, feitelijk te laat en zonder groot effect – behalve dat hij steun kreeg van de streng-katholieke Jezuïeten. In Speyer was op dat moment al voldoende mankracht aanwezig om de Reformatie verder vorm te geven. Het eigenlijke adres hiervan was het Augustijnenklooster waar Michael Diller sinds 1529 als prior fungeerde.
Michael Diller
Eigenlijk een ietwat aparte figuur, de monnik Diller. Hij is vermoedelijk omstreeks 1499 in (de omgeving van) Speyer zijn geboren. In 1523 reisde hij naar Wittenberg om te studeren bij Luther en Melanchthon. Daarna keerde hij terug naar zijn geboorteplaats en werd daar in 1529 gekozen tot … prior van het Augustijnenklooster. Hoewel weinig data vaststaan roept deze gang van zaken allerlei vragen op:
1. Was dat niet een wat vreemde vertoning als men ermee rekent dat de Reformatie juist in Wittenberg was begonnen en o.m. tot gevolg had dat kloosters leegliepen?
2. Wilde men in het klooster van Speyer wel iemand als prior die door de leer van Luther was gevormd?
3. Hoe lang zou het nog duren voor Diller werkelijk tot de Reformatie overging?
Deze vragen gaan ervan uit dat de in 1517 begonnen Reformatie een directe breuk met Rome inhield. Maar zo verliep de hervormingsbeweging niet. Wie het geheel probeert te overzien, komt tot de ontdekking dat er sprake is van een geleidelijk proces dat meer dan 20 jaar heeft geduurd. En veel kloosterlingen bleven, ondanks allerlei reformatorische impulsen, wonen op hun locatie en stapten pas op als het klooster een nieuwe bestemming kreeg. En daarbij moeten we tegelijk bedenken dat de onderlinge verhoudingen in een klooster door de Reformatie niet een-twee-drie beschadigd waren; integendeel, er was veel ruimte om met elkaar te discussiëren en elkaar trachten te overtuigen. Het waren niet allemaal ‘diehards’ die het kerkelijk toneel beheersten. Daarmee is dan ook gezegd dat prior Michael Diller prima paste in zo’n omgeving: hij stond bij zijn aantreden als prior – van een Augustijnenklooster – al op hoofdpunten aan de kant van de Reformatie, maar voelde zich verantwoordelijk voor zijn medebroeders die nog niet zover waren. Hij was gematigd in zijn ijver voor kerkherstel. Dat had ook te maken met de steeds terugkerende vraag – zowel bij protestanten als rooms-katholieken – naar toenadering tussen de kerken door godsdienstgesprekken die de eenheid zouden kunnen herstellen. En … de belangrijkste van deze gesprekken vonden juist plaats in de jaren rond 1540. Toen deze uiteindelijk geen resultaat opleverden, werden de kerkelijke verhoudingen gestabiliseerd, of zelfs meer verhard dan ooit. Het Concilie van Trente, dat in 1545 begon, heeft aan de wens tot herstel van de eenheid geen positieve bijdrage geleverd. De daar uitgesproken vervloekingen lieten de kloof alleen maar groter worden.
Ontwikkelingen in Speyer
De Raad van Speyer liet in 1538 officieel weten dat hij had besloten om twee predikers aan te stellen die het ware evangelie van de verlossing door Jezus Christus ‘op een zuivere manier’ moesten verkondigen. Maar de uitvoering kwa pas in 1540. De twee benoemde predikers waren Michael Diller en Anton Eberhardt. Dit betekende nog geen volledige reformatie; ook de rooms-katholieken kregen van de Raad een school toegewezen in het klooster van de Dominicanen.
Michael Diller ging er in 1543 toe over om het Avondmaal te bedienen met brood en wijn voor alle gelovigen. Hij gaf ook te kennen dat hij de mis niet als een (steeds herhaald) offer beschouwde. Hoe gevoelig de toestand was bleek tot drie keer toe: in 1541, 1544 en 1545 moest Diller de stad tijdelijk verlaten om een confrontatie met keizer Karel V te voorkomen – deze bezocht de stad enkele keren en hield er ook zijn rijksdag.
Oorlog
Toen daarna de Schmalkaldische oorlog uitbrak, waarbij de keizer de protestanten trachtte te onderwerpen, moest Diller weer de stad uit. Ook Speyer werd onderworpen aan het keizerlijke Interim, waarin beperkende bepalingen in de godsdienst werden afgekondigd. Diller wist te ontkomen aan arrestatie door naar Straatsburg te vluchten, waar hij gastvrij onthaald werd door de reformator Martin Bucer. Nadat ook Straatsburg werd bedreigd nam Diller in het voorjaar van 1549 de wijk naar Bazel, net over de grens met Zwitserland. In het naburige stadje Laufen kreeg hij een preekplaats toegewezen en daar trad hij in het huwelijk met de weduwe van zijn voorganger.
In 1552 werd Diller Hofprediker van de protestantse keurvorst Otto Heinrich von der Palts (diens naam komt men ook tegen als Ottheinrich). De dreiging van Karel V was zo sterk afgenomen dat naleving van het Interim niet veel meer voorstelde. Zo kon Diller rustig in Heidelberg blijven en nu besloot hij niet meer terug te keren naar Speyer. In zijn nieuwe functie zorgde hij voor een goede kerkorde. Hier betoonde hij zich afkerig van de dogmatische strijd tussen Lutheranen en Calvinisten. Maar hij voelde zich het sterkst verbonden met de Calvinisten, zodat hij na de regeringswissel in 1559 de confessionele overgang naar de Gereformeerde kerk onder keurvorst Frederik III zonder moeite kon meemaken.
Michael Diller overleed in Heidelberg in het jaar 1570. Een afbeelding van deze ex-monnik/hervormer is niet beschikbaar.
Literatuur
Gustav Adolf Benrath c.s. 450 Jahre Reformation in Speyer. Speyer 1990
Beat Rudolf Jenny undReinhard Bodenmann, ‘Michael Diller, Augustinerprior und evangelischer Prediger in Speyer …’ in: Zwingliana, Band 41 (2014), S. 35-56