De hier geportretteerde voorganger kreeg zijn vorming in een Duits klooster van de Cisterciënzer Orde te Burlo, dichtbij de grens met de Gelderse Achterhoek. Herberts (ook wel: Herbers) was geboren ± 1540 in Grol (= Groenlo). Hij kreeg zijn eerste pastoorsplaats in Winterswijk en na de komst van landvoogd Alva (1567) was hij actief in het naburige Duitse Bocholt. Daar sloot hij zich aan bij de Lutherse Reformatie. Hij trouwde met een ex-non. Hoe vond Herberts de weg naar Gereformeerde Kerk?
Open sfeer in Wezel
Herberts werd in 1571 verbonden aan de Lutherse Kerk van het Duitse Wezel, waar hij een protestantse geloofsbelijdenis schreef. Er waren in deze stad veel geloofsvluchtelingen, onder hen een groot aantal Nederlandse Calvinisten, maar ook mensen als Dirck V. Coornhert die men als libertijn kan aanduiden – deze had geen band met de gereformeerde belijdenis. Of Herberts toen al afkoerste op de Gereformeerde Kerk weten we niet, want in Wezel rekende men alle protestanten formeel bij de Lutherse Kerk, al hadden ze elk een eigen interne organisatie en hielden hun eigen samenkomsten. Iedereen kon een plekje zoeken binnen het brede spectrum van alles wat protestants heette. Daarmee is het niet ondenkbaar dat Herberts dit ‘oecumenisch’ samenlevingsmodel goed kon waarderen; hij zal zich ook wel eens in de kringen van de libertijnen hebben opgehouden. Herberts heeft in Wezel gediend tot 1577. Toen werd hij beroepen door de Gereformeerde Kerk van Dordrecht, in welke vrije stad hij zijn ambt vijf jaar heeft uitgeoefend. In 1578 werd hij afgevaardigd werd naar de nationale synode van Dordrecht (1578).

Afgezet en naar Gouda
Gaandeweg zijn dienst in Dordrecht werd de positie van Heberts steeds minder geaccepteerd. Oorzaak? Niet dat hij vrij vaak werd uitgeleend aan andere gemeenten (Antwerpen, Gouda en Mechelen), maar doordat hij in zijn denken en preken steeds weer begrip opbracht voor ‘andersdenkenden’. Ook hield hij een pleidooi voor de volmaakbaarheid van de gelovigen, op grond van Filippenzen 4 vers 1. Herberts stond hiermee naast vrijdenkers en spiritualisten. Hij was in de ogen van veel kerkleden onschriftuurlijk ruimdenkend. Met betrekking tot de eigen kerkelijke belijdenissen wilde hij, toen hem daarnaar gevraagd werd door een bemiddelaar namens Prins Willem van Oranje, niet verder gaan dan een mondelingeinstemming daarmee, hij was niet bereid zijn handtekening onder de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Catechismus te zetten. Dat werd hem niet alleen door de kerkenraad kwalijk genomen, maar ook het stadsbestuur kon dat niet accepteren. Het gevolg was dat het stadsbestuur hem afzette, 7 september 1582.
Gouda
Onmiddellijk reisde Herberts naar Gouda, waar men hem met open armen ontving en hem ook dadelijk een predikantsplaats aanbood – aan de Sint Janskerk. Omdat er kerkordelijk in beide steden fouten waren gemaakt, werd de gang van zaken rondom Herberts op de tafels van meerdere vergaderingen gelegd. Maar hoe corrigerend de classis en de synodes ook optraden, de kerk van Gouda liet Herberts geworden, 25 jaar lang. In zijn nieuwe woonplaats heeft Herberts alle ruimte gehad om zijn diepste gevoelens een plaats te geven in zijn kerkelijk optreden. Een kort overzicht laat zien waar dat betrekking op had.

Eind 1584 gaf Herberts een verklaring uit van enkele woorden van de apostel Paulus in zijn Brief aan de Romeinen. Diet kreeg als titel Corte verclaringhe over die woorden Pauli, geschreven tot den Romeynen cap. 2, vers 28. Uitgegeven door Dierick Mullem in Vianen.
Een korte notitie over deze drukker.
Dierick Mullem was jarenlang drukker in Rotterdam. Daar had hij begin jaren ’80 contact gehad met iemand die in verband gebracht werd met een landverraderlijke actie van de Delftenaar Cornelis de Hoge. Mullem had de tekst van een manuscript in handen gehad dat tot steun opriep aan de Spaanse macht; hij had het echter niet gedrukt. Maar toen anderen aangifte deden van de door De Hoge ondernomen poging tot verraad werd ook Mullem gearresteerd. Hoe ernstig het voorval was, blijkt uit de doodstraf die De Hoge werd opgelegd en ook voltrokken. Mullem werd veroordeeld tot verbanning uit Holland, wat hem ertoe bracht zich tijdelijk in de heerlijkheid Vianen te vestigen. Na enkele jaren kon hij terugkeren naar Rotterdam. In de Viaanse tijd gaf Mullem drie geschriften van Herberts uit, die daarmee met zijn keus voor drukker Mullem o.i. wel een risicovolle daad verrichtte.
De ‘Corte Verclaringhe’ was een dik boek van bijna 600 bladzijden; Herberts had eraan gewerkt tot eind november 1584. Waar ging het over? De Apostel spreekt in Romeinen 2 over een onbesnedene die de eisen van Gods wet in acht neemt, waarbij het aangelegen punt is hoe hij dan staat tegenover God. En dat wordt dan gesteld tegenover de besneden Joden die nog steeds naar de wet van God willen leven; welke plaats hebben zij voor Gods aangezicht? Wat is de ware besnijdenis? Brengt God hun ‘verdiensten’ in rekening? Is het alles Gods genade als de mens wordt behouden?
Wat was nu de bedoeling van Herberts met de uitgave van zijn grote boek? Het ging hier om een oude twist die hij al had met zijn collega’s in Dordrecht. Hoofdpunt was de binding aan de belijdenis, speciaal toegespitst op het punt van uitverkiezing en verwerping. Herberts stelt dat de mens daar zelf voor kan kiezen. Want Paulus stelt dat zo. aldus Herberts, in Romeinen 2 vers 28: “Daer wert Leven ende Doot, tot verkiesinghe voorghesteldt. Nu mach die Mensche een van beyden verkiesen.” De mens kiest zo dus voor of tegen God.
De reacties hierop waren grotendeels afwijzend; zelfs onder zijn vrienden waren er die het hem kwalijk namen dat hij deze leer verkondigde. De reformatorische leer van de rechtvaardigmaking ging hier de mist in; de vrije genade van God in Christus werd aan de kant gezet. Zo spraken gereformeerde theologen tegen Herberts. Maar de Goudse magistraat stuurde de theologen de stad uit: hun felle aanval op Herberts kon bij hen niet door de beugel. Zelfs de provinciale synode kreeg het niet voor elkaar hem ter verantwoording te roepen.
Tijdelijke verzoening
Maar toen riep de Nationale Synode van ’s-Gravenhage in 1586 Herberts op het matje. En nu draaide de Goudse predikant helemaal bij. Hij erkende het gezag van de belijdenis, wilde de belijdenisgeschriften nu ook wel ondertekenen en hij stelde een nadere toelichting over duistere zaken in zijn boek in het vooruitzicht. Daarmee leek de kwestie-Herberts de wereld uit – de kerk uit. Maar een jaar later zat er nog geen schot in de zaak. Ook een conferentie in Rotterdam waar Herberts aan de tand gevoeld werd door een aantal collega’s mislukte. De Zuidhollandse synode ging in 1591 over tot schorsing van Herberts, waarbij men de hoop had dat deze predikant ‘van zyne dwalingen afstae’.
Goudse overheid
De stedelijke regering van Gouda drong er sterk bij Herberts op aan zijn Bekentnisse des geloofsin druk uit te geven. Dat riep bij veel kerken weer negatieve reacties op; over en weer werden geschriften de kerk ingezonden. Toch werd er nog weer verzoening bereikt, zij het een voorlopige – men was behoedzaam! Maar daarin merkte men ook de invloed van de wereldlijke overheid (de Staten van Holland) die de kerk op dit punt aanstuurde. Voor een aantal predikanten reden om zich hierover niet tevreden te tonen. Maar de Staten zetten door en met steun van de Leidse theologen kwam men uiteindelijk tot de uitspraak dat Herberts leer ‘schriftmatich’ was. De classis Gouda betreurde het nog wel dat Herberts niet uit de Catechismus preekte; maar daarin stond de Goudse overheid achter de predikant – de Heren van de Raad hadden, in hun tolerantie, de catechismuspreken afgeschaft. Zo kon Herberts, zonder nog enige moeite gekend te hebben, in zijn geliefde Gouda blijven werken – hoewel men met recht kan betwijfelen of hij de gereformeerde leer van harte aanvaardde. Hij stierf op 23 februari 1607. Zijn zoon Theodorus ging verder in vaders spoor: hij ondertekende in 1610 het document waaraan de Remonstranten hun naam ontleenden: de Remonstrantie.
Literatuur
A.J. van den Berg ‘Herman Herberts (ca. 1540-1607) in conflict met de gereformeerde kerk’; in: Kerkhistorische opstellen aangeboden aan prof. dr. J. van den Berg.Kampen 1987, 20-29
A. de Groot ‘Herman Herberts’; in: Biografisch Lexicon Geschiedenis Nederlands Protestantisme, deel 3, 178-181
F. Kossmann ‘Dierck Mullem, de oudste Rotterdamsche boekdrukker’; in: Rotterdamsch Jaarboekje,reeks 3, Hg. 9, 1931, 69-84
Kees Plaizier Herman Herbers. Gouds predikant van 1582-1607. Een mystieke weg. Gouda 2011