Voor Nederlanders die Denemarken maar oppervlakkig kennen is de hervormer Tausen een volslagen onbekende. Dat kan door onderstaand verhaal wel ietsje anders worden. In de reeks van minder bekende reformatoren ‘verdient’ hij een bijzondere plek. Want al waren er in Kopenhagen wel reformatorische stemmen gehoord en was er bij een aantal Denen een verlangen gaan groeien naar meer, de boodschap van Luther en zijn medewerkers moest uiteraard het hele land door. En deze invloed strekte zich ook uit tot Noorwegen, dat ook onder de Deense koning viel. Hoe dat gegaan is, kan men nagaan aan de hand van onderstaande biografische schets van Hans Tausen. 

Denemarken reformatorisch

Het verhaal van de Reformatie van Denemarken (en Noorwegen) is voor buitenstaanders meestal dat van de in Noord-Duitsland geboren Johannes Bugenhagen. Hij werd in de jaren na 1530 als prediker in Wittenberg uitgenodigd door niemand minder dan koning Christiaan III van Denemarken om de door Luther begonnen reformatie in te voeren in dit Scandinavische land. En dat werd het officiële begin van een reformatorisch Denemarken. Maar uiteraard rijst onmiddellijk de vraag of er dan niemand in dat land woonde die als geestelijk leider hieraan meewerkte en zijn volk er verder mee diende. Bugenhagen bleef niet in Denemarken. En zo komt dan de naam van de Deense geestelijke Hans Tausen in beeld. Wat hij voor zijn volk heeft betekend wordt in onderstaande tekst in het kort beschreven. 

Vormingsjaren

Hans (of Johannes) Tausen werd in 1494 geboren in het dorpje Birkende op het eiland Fünen, centraal Denemarken. Over zijn jonge jaren is zo goed als niets bekend. Een enkele schrijver vermoedt dat de familie van lage adel was. Dit omdat Hans op een gegeven ogenblik naar een klooster wordt gebracht. Dat kon echter niet eerder dan dat hij eerst op de Latijnse School de beginselen van de klassieke talen had leren kennen en toepassen. Dat gebeurde in Odense en Slagelse. Daarna trok hij het als zeer rijk bekend staande Johannieterklooster in dat zich in de omgeving van Slagelse bevond. De verdere vorming daar was de opmaat naar universitaire studie – en die vond vanaf 1516 plaats in het Noord-Duitse Rostock. Een jaar later al werd hij bevorderd tot baccalaureus en in 1519 kreeg hij de status van magister artium. Hij was kennelijk een gemakkelijk lerende student met een grote talenknobbel. Kort na dit alles werd hij gewijd tot priester, maar hij bleef studeren – eerst een korte periode theologie aan de universiteit van Kopenhagen, maar daarna op advies van zijn prior aan de universiteit in het Zuid-Nederlandse Leuven, waar hij Grieks en Hebreeuws leerde. Daar kwam hij in aanraking met enkele bewonderaars van Erasmus en diens humanisme. Hans Tausen werd er ook door geraakt en ervoor gewonnen. Hij besloot zijn talenkennis te richten op de vertaling van de Bijbel en daarvoor in Wittenberg verdere vorming te ontvangen. Hij leerde zijn Grieks en vooral zijn Hebreeuws nu nog beter. Dat gebeurde in de jaren 1522-1524. Persoonlijk contact met Martin Luther werd zo belangrijk dat Hans Tausen zich meer en meer verdiepte in Luthers geschriften en zo gewonnen werd voor de Reformatie. 

Zijn vormingsjaren vertoonden een route naar een hoogtepunt waarin hij zich geroepen voelde om naderhand de kerkelijke en theologische vernieuwing, zoals die in Wittenberg steeds duidelijker gestalte kreeg, ook in zijn vaderland nader bekend te maken. Terug in zijn Deense klooster werd hij daar niet zo gunstig ontvangen. Vanwege zijn reformatorische inzichten werd hij doorgestuurd naar Viborg, ver weg in Jutland. 

Tausen bestrijdt de bisschop

De aankomst van Tausen in Viborg viel in een tijd waarin de burgers van deze stad hun bisschop, Jørgen Friis, een adellijk iemand, de stad hadden uitgewerkt. En daarna had deze verzetsgroep zich voorgenomen de lutherse reformatie te willen aannemen. De komst van Tausen was hen welkom. Dat er al zoveel reformatie-gezinden in deze Deense regio voorkwamen komt door invloeden vanuit het naburige Sleeswijk-Holstein waar de kerkelijke vernieuwing zich al vroeg had laten gelden, en waarbij naast het lutheranisme ook de doperse leer ingang had gevonden. 

Een van de eerste dingen die Tausen aan zijn publiek liet zien was zijn breuk met het kloosterleven, 1526. Hij had geleerd dat een kloostergelofte slechts een menselijke zaak was die geen enkele verdienste voor God met zich meebracht. Hij verwachtte ook niets meer van de bescherming die men normaal aan de geestelijkheid bood. Hij legde dus zijn monnikspij af en vroeg als ‘gewone burger’ nu aan zijn medeburgers om bescherming. Dat was nodig, omdat er ook felle tegenstanders in Viborg rondliepen. Zij riepen uit dat ‘het vergif van Luther’ steeds verder doordrong in de zielen van de mensen in Jutland. 

Onder de tegenstanders van de Reformatie nam de bisschop van Fünen, dr. Jens Andersen Beldenak, een vooraanstaande plaats in. Hij was gepromoveerd kerkrechtdeskundige en trachtte de ontwikkeling in Viborg (dat buiten zijn diocees viel) te keren. Hij riep in een brief aan de burgers van Viborg op trouw te blijven aan de pauselijke kerk. Maar de bisschop was zo wijs om er geen strafmaatregelen aan te kondigen als men zich daar niets van aantrok. Hij was zelf humanistisch georiënteerd en wist goed hoe gevoelig de kerkelijke zaken lagen. 

Hans Tausen liet zich niet door deze bisschop gezeggen. Hij reageerde met het traktaat Eine kurze Antwort auf den Brief des Bischofs von Odense […] der ihnen rät sich nicht von den evangelischen Lehren beeinflussen zu lassen, die uns nun von Gott in seiner unermesslichen Güte geschenkt wurden (1529). Punt voor punt weerlegde hij de brief van de bisschop. Zijn weerlegging begon met het punt van de wereldlijke macht van de kerk. De Heilige Geest leert nergens in de Heilige Schrift dat de kerk zich wereldlijk goed mag verwerven! Nee, de evangelischen in Viborg willen zich juist alleen maar richten naar de Woorden van Jezus Christus in de Bijbel. De bisschop moest niet langer vasthouden aan menselijke instellingen die de paus oplegde: dat waren ‘leugenachtige woorden’ die haaks stonden op het Woord van God. Deze aanpak is typerend voor de reactie van Tausen op de bisschop. Dat geldt ook van de vele citaten van Luther die in het korte antwoord van Hans Tausen voorkomen. 

Doorgaan met preken

Zijn medestanders lieten Hans Tausen intussen preken, eerst op het kerkhof, later, toen de Franciscaner ordebroeders waren verdreven, in de Franciscanerkerk waar een grote menigte de diensten bezocht. Bij een vesperdienst liet hij gezangen zingen in de moedertaal. Zo won Hans Tausen veel sympathie. Toen er klachten kwamen over deze eigenzinnige monnik, was het de bisschop niet mogelijk iets tegen Tausen uit te richten. Koninklijk ingrijpen had ervoor gezorgd dat deze prediker onder de bescherming van de plaatselijke magistraat kwam te staan. De burgers van Viborg blokkeerden de toegangen tot de stad! 

Steeds meer kwam het voor dat geestelijken zich bij hem aansloten. En nu kreeg de uit Stuttgart gekomen boekdrukker op gezette tijden opdrachten om geschriften van Hans Tausen uit te geven en die te verspreiden in Viborg en andere plaatsen van Jutland. Dat gebeurde ook met de door Tausen vertaalde geschriften van Luther. Zo won de reformatorische geest steeds meer veld. 

In 1529 werd Tausen verbonden aan de Nikolaikerk van Kopenhagen, waar hij zijn ideeën voor reformatie ook wilde realiseren. 

Dit alles vond plaats in een moeilijke politieke context waarin de opvolging van koning Frederik I leidde tot veel strijd – en uiteindelijk tot de overwinning van Christiaan III, de nieuwe koning in 1536. Voor Tausen was het geen probleem dat een wereldlijk vorst zeggenschap in de kerk bezat; daarin ging hij een heel eind mee in de visie van Melanchthon in dit thema. 

Koninklijke uitnodiging

Koning Frederik I nodigde de Jutlandse voorganger uit om in Kopenhagen te komen preken. Dat toonde aan hoe de bevolking dit waardeerde: steeds volle kerken. Op de ‘Herrentag’ in 1530, d.i. een vergaderring van het Deense parlement, kwamen 21 luthersgezinde predikanten met een schriftelijke verklaring die de naam ‘de 43 Kopenhager Artikelen’kreeg; in het Latijn: Confessio Hafniensis.  Hoewel de Rooms-katholieke bisschoppen van Denemarken zelfs iemand als dr. Johann Eck uit Ingolstadt inschakelden om een godsdienstgesprek te laten houden, kwam dat er niet van maar kreeg deze gang van zaken veel aandacht. Tausen zorgde daarbij voor een toelichting op de 43 artikelen in de Deense taal. Het vervolg liet zien dat de overheid toestond dat er alleen volgens de Heilige Schrift mocht worden gepreekt. Dat was weer een stapje verder op de weg naar volledige Reformatie. 

Daarna zette Tausen zich aan het werk met de Deense vertaling van de eerste vijf boeken van Mozes, de Pentateuch. Naast andere publicitaire activiteiten ten dienste van de prediking stelde Tausen ook een kerkorde op en een reformatiereglement voor de universiteit van Kopenhagen. Hij deed dit werk nu vanuit de stad Roskilde. 

Johannes Bugenhagen

Intussen had Denemarken een nieuwe koning: Christiaan III, die een warm hart toonde voor de verdere doorwerking van de Reformatie. Hij liet de Wittenberger predikant Johannes Bugenhagen komen die bekend stond als een goed organisator van een nieuwe kerkelijke gemeenschap; hij had daarvoor meer dan eens een nieuwe kerkorde opgesteld. Zijn komst had tot gevolg dat bij koninklijk besluit de Reformatie werd ingevoerd in Denemarken. Dit had veel consequenties in de sfeer van omschakeling van de kerkelijke opleiding tot voorganger, nieuwe doelstellingen voor de kloosters, een vernieuwde prediking waarbij niet de traditie, maar de Heilige Schrift de enige norm was voor predikant en kerkganger, 

In 1542 kreeg Bugenhagen het verzoek om Hans Tausen te installeren als superintendent (ofwel bisschop), waarbij hij verbonden werd aan de Domkerk van Ribe, aan de kust van de Noordzee.  In dat ambt heeft Tausen daar 20 jaar gewerkt aan de verdere opbouw van de Lutherse kerk van Denemarken. Dat deed hij in zowel de prediking – ook vaak in Kopenhagen – als ook met het uitgeven van geschriften, waarbij hij zoveel mogelijk de Deense taal hanteerde. Daarbij was hij ook docent Hebreeuws aan de universiteit van Kopenhagen en lector aan de Dom van Roskilde. 

En bisschop Beldenak werd in 1530 oneervol afgezet en kreeg in 1537 een Lutherse opvolger in de persoon van de hervormer Jørgen Jensen Sadolin (1490-1559), na bevestiging door Bugenhagen. Sadolin heeft veel ondernomen om de reformatie in Denemarken een vaste plaats te geven – hij zorgde voor kerkgebouwen, scholen en ziekenhuizen. 

De Reformatie van Denemarken had ook gevolgen voor Noorwegendoor de nauwe persoonlijke banden van het vorstenhuis. Ook daar werd, het Lutheranisme uitgeroepen tot staatsgodsdienst. In Zweden werd de Reformatie ingezet door Olaus Petri (ook wel Olaf Petersson (1493-1552) genoemd). In Finlandwas Michael Agricola (1508-1557) actief als reformator. Daardoor werd het lutheranisme in Scandinavië de heersende kerk. Zij was tot hervorming gekomen ‘van bovenaf’, iets wat voor de ‘gewone man’ niet zo’n bevorderlijke reden was voor een goede band met de kerk.

Eerbetoon vandaag

Standbeeld in Ribe

In 1561 overleed Hans Tausen in Ribe. Voor de Dom in deze stad staat al jaren zijn standbeeld. Ook in Viborg vindt men sinds 2004 een dergelijk beeld in moderne uitvoering. Ook in Kopenhagen heeft Tausen een plaats in het ‘drukbevolkte’ Reformatiemonument. Het is zelfs zo dat in de bekende Slotkerk van Wittenberg een raam wordt gesierd met een afbeelding van deze Deense reformator. 

Met al deze uiterlijkheden blijft de naam van Hans Tausen wel bekend – het mag voor velen een startpunt zijn voor een nadere kennismaking met deze ijverige reformator van Denemarken.