De mandie achter deze naam schuil gaat is bij een betrekkelijk kleine groep mensen bekend als reformatorisch kerkleider van Slovenië. Maar hij is ook de man was die als eerste een boek schreef in de Sloveense taal en daarmee de basis heeft gelegd voor uniformiteit in die taal. De stad waar Primoz Trubar zijn capaciteiten heeft ingezet heette ooit Laibach (in het Oostenrijks-Duits), maar staat nu op de kaart als Ljubljana, de hoofdstad van de staat Slovenië, tot 1991 deel van Joegoslavië.
Dat daar de Reformatie ooit is doorgebroken! Dat merkwaardige verhaal hangt nauw samen met het optreden van Primus Truber, zoals zijn naam al in 1528 geschreven werd. Zijn afbeelding vindt men vandaag op de 1-euromunt van Slovenië en op een herdenkingsmunt van 2 euro ter gelegenheid van zijn 500ste geboortedag in 2008.
Ongemakkelijke ligging
De Reformatie van Slovenië is op een heel eigensoortige manier tot stand gekomen. Dat had alles te maken met de situatie waarin dit land zich in de 16de eeuw bevond. Dat land was toen het hertogdom Krain en sinds de 13de eeuw in een personele unie verbonden met het hertogdom Karinthië. Daaruit valt reeds af te leiden dat de keizer van Oostenrijk hier veel te zeggen had, zowel militair/strategisch alsook kerkelijk/bestuurlijk. En dat laatste betekende dan ook dat het rooms-katholicisme de enig toegelaten godsdienst was.
In die tijd was ook in het Slavische deel van Zuid-Europa de dreiging van de militante Turken sterk merkbaar geweest: zij hadden al eens Belgrado belegerd, namelijk in de zomer van 1456, d.w.z. drie jaar na hun verovering van Constantinopel (dat sindsdien Istanbul heet). Door het dappere optreden van de Hongaarse edelman Johannes Hunyadiwerd het Turkse leger bij Belgrado verslagen, waardoor het kustgebied van de Adriatische Zee voorlopig geen direct gevaar liep van een Turkse invasie. Maar 70 jaar later rukten de Turken weer op: nu door de Hongaarse laagvlakte en ze wonnen de strijd tegen de Habsburgse macht in de Slag bij Mohacs, 1526. Daarna stonden ze zomaar voor de poorten van Wenen, 1529. Spannend!
Timmermanszoon wordt priester
Primus Truber was de zoon van redelijk welvarende timmerman Miha (een verkorting van Michael), die ook over een molen beschikte. Hij diende tevens als regionaal tolvergaarder en had ook tot taak de inkomsten van de katholieke parochie te controleren. Daarmee bezat hij een sterke positie in de dorpselite. Bepaald geen domme man – hij kon lezen en schrijven.
De geboorteplaats van Primus, het jaar was vermoedelijk 1508, draagt nu de naam Rašica dat niet ver van de Sloveense stadje Velike Lašče ligt, dat men op de weg naar het zuidelijker gelegen Kroatië kan aantreffen. In de eerste decennia van de 16de eeuw was het gebied nog volledig in Habsburgse handen en de officiële voertaal was het Oostenrijks-Duits. Daardoor kan men in de oudste documenten de naam van het toenmalige bisdom aantreffen als St. Kanzian, gelegen bij Auersperg.
Over namen gesproken: de familie nam tussen 1520 en 1526 de naam Trubar aan – afkomstig van moederszijde. De familie bestemde zoonlief voor de geestelijkheid en liet hem daarom studeren: eerst aan een jaar naar een school in Rijeka, daarna aan Latijnse scholen in Salzburg en Triëst. In Salzburg verdiende hij wat geld met het zingen in de kerk.
Ter voorbereiding op het priesterambt in Triëst meldde hij zich voor onderricht bij de humanistisch gezinde bisschop Pietro Bonomo. Deze liet Primus Truber kennisnemen van het gedachtengoed van Erasmus – dus was het ontwikkelen van een kritische zin in de richting van kerk en geestelijkheid een zeer aangelegen punt. In 1528 zond de bisschop zijn pupil Truber naar de parochie van Loka, dichtbij de stad Zidani Most in het midden van Slovenië. Daar zou hij benoemd worden tot vicaris. Maar dat ging niet door omdat Primus in Wenen nog graag verder wilde studeren. Dat duurde slechts tot 1529 toen de stad door de Turken werd belegerd. Alleen al de dreiging van deze lieden was voldoende om veel mensen te doen besluiten de stad te verlaten. Zo ook Primus Truber. Terug in Triëst werd hij door de bisschop in 1530 gewijd tot priester.
In het ambt in Slovenië
De bisschop stuurde Truber opnieuw Slovenië om in Lasko te preken. Dat deed de jonge priester ook, maar de hoorders waren niet tevreden: hij preekte op een nieuwe manier maar de boodschap stond niet in de lijn van de traditie. Truber werd zelfs bedreigd door een aantal parochianen. De bisschop achtte het verstandiger zijn jonge, wetenschappelijk goed onderlegde priester naar de grote stad Laibach te zenden, waar hij optrad als Sloveens prediker in de St. Nicolaasdom. De inhoud van zijn preken liet een duidelijke verschuiving zien naar de Reformatie zoals hij die vanuit Zwitserland had leren kennen. In eerste instantie waren dat invloeden uit Zürich, let wel, uit de kring van Heinrich Bullinger en zijn directe medewerkers;. Pas ljaren ater kreeg Truber ook Johannes Calvijn in het vizier en dat gaf verder richting aan zijn prediking. Tot 1540 heeft Truber zijn preken kunnen houden in Laibach, tot ook daar het verzet de kop opstak. De plaatselijke heerser was niet langer gediend van de nieuwe prediking en hij verbande de priester. Deze zocht zijn beschermheer, bisschop Bonomo, weer op en die wist het voor elkaar te krijgen dat Truber kon terugkeren naar Laibach om daar als kanunnik te fungeren. Dat gebeurde in 1542, maar de werkelijkheid werd anders. De nieuwe bisschop van Laibach, vurig rooms-katholiek, benoemde Truber tot vicaris van Sentjernej, ver in het zuidoosten van Slovenië. Daar was een halve verbanning en dat moest na enige tijd tot een echte uitwijzing leiden. Toen Truber daar lucht van kreeg, pakte hij zijn spullen in en vertrok naar Duitsland, naar het reformatorische Neurenberg, 1548.
Rothenburg ob der Tauber
In de kringen van de Lutherse kerkleiders achtte men het verstandig om Truber in Rothenburg ob der Tauber te laten werken als pastor. In dat schilderachtige stadje was de Reformatie doorgevoerd in 1544. Zo werd Truber aan deze parochie verbonden. Maar werken als pastor / prediker was niet het enige dat Truber daar ging doen. Hij dacht nog steeds aan zijn Sloveense volk, waar het goede zicht op het evangelie was vertroebeld door de macht van Rome. Hij besloot in Rothenburg ook te gaan werken aan de publicatie in het Sloveens van geschriften met een reformatorische boodschap. Hij zag dit werk als een opdracht van de genadige God die hem wilde inzetten voor zijn volksgenoten.
Sloveense publicaties
Het eerste boek dat hij in het Sloveens uitgaf was een Catechismus. Het bevatte Bijbelteksten, gebeden. liederen en een preek. En deze uitgave kreeg bij velen een warm onthaal. Immers, de Sloveense taal was in haar geschreven vorm nog niet officieel erkend, maar de bevolking zat als het ware te wachten op dat moment – en juist nu verscheen er een Sloveens leerboek dat hen het evangelie verduidelijkte. In 1550 werd het uitgegeven, al in 1555 volgde een herdruk.
Het bleef bij Truber uiteraard niet bij dit geschrift,. Er volgden, volgens de ons bekende gegevens, nog een lange rij boeken en boekjes in het Sloveens. Ik telde er in totaal 21 geschriften in de jaren 1550 tot 1595. Daaronder het Nieuwe Testament als vertaling van Luthers Bijbeltekst, alle Psalmen van David, enkele toelichtingen op het Nieuwe Testament, een kerkorde en ook nog twee nieuwe herdrukken van de eerste Sloveense catechismus. De drukker van veel van deze werken, Ulrich Morhart, had een bedrijf in Tübingen waar al tientallen werken van andere reformatoren waren verschenen. Ook de edele Freiherr Hans Ungnad zu Sonneck, die zelf in Urach (in Baden-Württemberberg) een drukkerij bezat, gaf zowel morele als financiële ondersteuning bij de realisering van deze reeks geschriften.
Met zijn Sloveense uitgaven heeft Truber – eerst nog in het geheim – zijn volk op een heel bijzondere manier gediend: zo kon de Reformatie in Slovenië ondanks alle verzet toch wortelschieten. Maar tegelijk werd door Trubers werk de status van het geschreven Sloveens verhoogd van dialect tot officiële taal. En dat wordt in Slovenië vandaag de dag nog het meest in hem gewaardeerd.
Naar Kempten
Na enkele jaren kreeg Truber het verzoek om als pastor te komen werken in Kempten, een plaats in Beieren, niet erg ver van de grens met Tirol. Daar ontmoette hij de rechtsgeleerde en theoloog Petrus Paulus Vergerius, een oud-bisschop uit … Slovenië. Deze had eerder gediend als pauselijke nuntius, maar hij was nu actief als raadgever van de protestantse Württembergse hertog Christoph. Vergerius was tot de Reformatie overgegaan doordat hij zich op aanraden van een oude collega sterk in de geschriften van Luther en Calvijn had verdiept. Truber werkte samen met Vergerius om nog meer Sloveense geschriften uit te geven. Ook werd de Catalogus Haereticorum – d.i. een lijst van ketterijen – uitgegeven in Tübingen, 1556. Maar hun samenwerking liep stuk op de eis van Vergerius om als (enige) auteur van de uit te geven boeken te worden aangezien. Van hertog Christoph kreeg Truber toestemming zelfstandig nieuwe boeken uit te geven.
Terug naar Laibach
In 1561 kwam Truber terug naar zijn vaderland; Laibach had hem nodig als superintendent, d.w.z. een ambt als van een bisschop in de protestantse kerk. Hij werd l hartelijk door de kerk van Laibach ontvangen – hij was geen onbekende meer voor de gelovigen. Hij wist het zo te regelen dat er in alle parochies predikers kwamen die het evangelie op een reformatorische uitlegden. Zelf ging hij naar Urach en nam daar, in het Württembergse, de dienst in de parochie voor zijn rekening. Hij leidde daar een Bijbelschool. Onder de bedrijven door werkte hij aan diverse publicaties die de Sloveense taal bevorderden of ook de dienst van de kerk ondersteunden bij de verdere opbouw van protestants gemeenteleven.
Toch weer terug in Laibach ging hij enthousiast door met zijn publicaties. Hij stimuleerde de Kroaten en de Serviërs dat ook zij de volkstaal in de kerk gingen gebruiken. Dat zou goed kunnen helpen om de Byzantijns gezinde inwoners – ooit religieus verbonden met de Oosterse kerk van Byzantium / Constantinopel – te doen bekeren tot het protestants geloof.
Nog eenmaal Duitsland
Intussen bleef ook het zuiden van Duitsland hem weer trekken. Hij reisde erheen en was enkele maanden actief in Lauffen aan de Neckar. Daarna vertrok hij naar Derendingen – nu een voorstad van Tübingen, ook aan de Neckar – waar hij tot het eind van zijn leven diende als pastor van de St. Galluskerk. Hij bleef schrijven, vooral ten dienste van de Sloveense geloofsgemeenschap. Tot de laatste uitgaven van Truber behoren het Nieuwe Testament en een vertaling van een werk van Luther.
Op 78-jarige leeftijd overleed Primus Truber in Derendingen, 28 juni 1586. De Sloveense reformator werd daar begraven. Zijn naam blijft in herinnering doordat daar een straat naar hem genoemd is.
Blijvende betekenis
Deze begaafde dienaar van de kerk mag als voorbeeld staan voor de sterke missiedrang die men vandaag in de kerk zo vaak moet missen. Helaas heeft de Contra-Reformatie in latere decennia veel van Trubers werk ongedaan gemaakt. Maar vandaag vindt men, Goddank, nog steeds evangelische gemeenten in Slovenië, zij het klein van aantal. In Ljubljana worden vaak protestantse kerkdiensten in het Duits gehouden.
Er bestaat een Trubar Forum Association die in 2009 de Catechismus van Truber in modern Sloveens vertaalde en ook voor vertalingen zorgde van een preek van Truber in het Engels, Duits en Esperanto. De jongste Duitstalige studie verscheen in 2011 en telt 452 bladzijden: Truber wordt niet vergeten!