Wat doen we met een man uit de 16de eeuw die na zijn dood compleet vergeten werd? Zo maar laten? Toch maar niet! Johann Lachmann was nog wel de reformator van de Duitse rijksstad Heilbronn en heeft daar ontzettend veel werk verzet. Hij heeft daar niet alleen op een speciale manier de Reformatie doorgevoerd, maar bewaarde zijn stad ook voor de ernstige gevolgen van de Duitse Boerenoorlog. Pas in het begin van de 19de eeuw kwam de naam van Lachmann weer op veler lippen. Het is zonder meer de moeite waard om zijn levensverhaal te kennen: dat laat zien hoe zijn leven en dat van zijn stad verweven waren met de spanningen en dreigingen die samenhingen met de doorwerking van de Reformatie.

Heilbronn

Deze Duitse stad, vroeger een vrije rijksstad met speciale voorrechten, maakt vandaag deel uit van de deelstaat Baden-Württemberg en ligt tussen de steden Stuttgart en Heidelberg aan de rivier de Neckar. Heilbronn telt nu meer dan 115.000 inwoners. In de beide wereldoorlogen zijn duizenden inwoners omgekomen. Heilbronn werd in december 1944 door een zwaar bombardement van de Britse luchtmacht getroffen; het grootste deel van de binnenstad werd verwoest – ook daarbij vielen veel slachtoffers. Vanaf 1948 is er hard gewerkt aan de wederopbouw; er ontstond een vernieuwde stad waar industrie, wijnbouw, handel, toerisme en dienstverlening de belangrijkste economische activiteiten vormen. 

Kilianskerk

De uit de middeleeuwen daterende Kilianskerk is een voorbeeld van een gotische hallenkerk. Het godshuis is genoemd naar de vroegmiddeleeuwse missionaris Kilian die nog vóór Bonifatius in Zuid-Duitsland het evangelie verkondigde, maar werd daarbij vermoord in 689. Toch ging de missionering door en maakte Heilbronn later deel uit van het bisdom Würzburg. De statige Kilianskerk werd in de tweede wereldoorlog verwoest; de herbouw vond plaats op de funderingen van de oude kerk. Een rijk bezit van de Kilianskerk is het grote orgel dat behalve in de erediensten ook dient voor het geven van orgelconcerten. 

Het is deze kerk die in de 16de eeuw met Johann Lachmann een centrale rol vervulde in de overgang naar de Reformatie zoals Martin Luther die had ingezet. 

Lachmann aan de vooravond van de Reformatie

Over de afkomst en jeugd van Johann Lachmann is het volgende van belang. Hij werd in 1491 in Heilbronn geboren als zoon van de klokkengieter en raadsheer Bernhard Lachmann; daarmee is duidelijk dat Johann in een vooraanstaand milieu tet wereld kwam. Hij kreeg na het basisonderwijs de mogelijkheid om de Latijnse School in Heilbronn te bezoeken en daarna te gaan studeren aan de universiteit van Heidelberg. Dat was in 1505, hetzelfde jaar dat Luther – bijna getroffen door de bliksem – het Augustijnerklooster van Erfurt in trok om zich te richten op de theologie. Tussen hen was uiteraard nog geen enkele relatie ontstaan. 

Johann behaalde in 1508 de graad van magister, daardoor kreeg hij de mogelijkheid om lessen te geven en daarmee enig inkomen te genereren. Hij hield dan ook zogeheten ‘humanistische Vorlesungen’, waarmee hij duidelijk kleur bekende als aanhanger van de nieuwe geestelijke stroming in West-Europa. Tegelijk studeerde Johann verder in de rechten. Het duurde echter tot april 1521 voor hij zijn doctorsgraad behaalde. Het studieproces werd namelijk vertraagd door zijn activiteit als ‘Pfarrverweser’ aan de Kilianskerk, een functie die hem aan de kerk verbond als plaatsvervanger van de Pfarrer. Daardoor leerde hij de praktijk van het kerkelijke leven en het pastoraat steeds beter kennen: hij moest soms de mis lezen, ook toezien op de wettigheid van doop en huwelijk; begrafenissen moesten in goede orde verlopen. Lachmann werd hierdoor een bekende persoonlijkheid die door zijn werk veel waardering ontving. 

Door al deze praktische zaken begon Johann Lachmann invloed te krijgen in kerkzaken, zeker van belang toen Duitsland na 1517 religieuze keuzes moest maken. In 1520 overleed Johann Kröner, de 60-jarige Pfarrer van de Kilianskerk, waarna Lachmann door de Raad van Heilbronn de benoeming tot prediker kreeg. Precies op het moment dat Duitsland zijn adem inhield over de gevolgen van Luthers optreden in Wittenberg – de man van de 95 stellingen moest in 1521 in Worms voor de keizer verschijnen. 

Op weg naar Reformatie

In 1502 kreeg Heilbronn bezoek van de pauselijke afgezant kardinaal Raimund von Gurk. Hij kondigde een aflaat af voor allen die oprecht berouw toonden over hun zonden en naar boetedoening uitzagen. Deze toen zo levendige praktijk kreeg zijn vervolg in 1517 toen de monnik Johann Tetzel rondtrok om ook aflaten te verkopen. Luthers evangelische protest daartegen trok in heel Duitsland sterk de aandacht.  

Of Lachmann al vanaf 1517/20 een aanhanger van Luther is geweest, staat niet vast. Evenmin van de Pfarrer die toen nog dienstdeed. Maar wel is bekend dat de Raad van Heilbronn na de Rijksdag van Worms geen gehoor gaf aan het door de keizer uitgevaardigde besluit Luther in de rijksban te doen. In 1522 liet de Raad het toe – onder ergernis van de roomse partij – dat er ‘oproerige’ geschriften van Luther werden gedrukt. En in 1524 nam de Raad diverse maatregelen die de positie van de rooms-katholieke geestelijkheid aantastten; zo mochten priesters geen omgang meer hebben met jonge vrouwen, wat veel consternatie gaf. In hetzelfde jaar 1524 verliet de prediker van een van Heilbronns kloosters de stad om zich in Wittenberg verder te bekwamen in de reformatorische theologie. Ook werd bekend dat een biechtvader de dochter van de burgemeester had verleid. De oude kerk kwam er steeds gekleurder op te staan. Vanaf 1524 merkte men dat Johann Lachmann steeds duidelijker positie innam: hij koos in prediking en pastoraat voor de Reformatie – overigens ontstond er geen direct contact met Luther; wel kenden Lachmann en Melanchthon elkaar sinds hun studietijd in Heidelberg, en ze correspondeerden later met elkaar. 

De nieuwe ‘Pfarrverweser’ van Lachmann, koos ook voor de Reformatie. De bisschop van Würzburg toonde zich erg verontrust over deze activiteiten ten gunste van de Reformatie. 

De tegenspelers van Lachmann wilden in 1525 een openbaar godsdienstgesprek, maar die sessie ging niet door. De Raad van Heilbronn was verdeeld en dus behoedzaam: men wilde de zelfstandigheid graag bewaren. Er was een sterke rooms-katholieke minderheid waarmee men rekening wenste te houden. Tumult en ongeregeldheden moesten voorkomen worden. 

Boerenoorlog

Groepen ontevreden boeren trokken in 1525 door Duitsland om hun sociale eisen kracht bij te zetten. In de naburige stad Weinsberg – de geboorteplaats van Johannes Oecolampadius, de reformator van Bazel, 1482 – waren ze als beesten te keer gegaan en nu stonden ze voor de poorten van Heilbronn om deze rijke stad te plunderen. Het optreden van Lachmann heeft de stad ‘gered’: hij ging in gesprek met de leiders van de oorlogszuchtige belegeraars en wist te bereiken dat zij met slechts 200 man de stad in zouden gaan en op beperkte schaal hun buit behaalden; vooral een klooster moest het ontgelden. Bij dit optreden liet Lachmann duidelijk in zijn vermaningen weten dat God ook van de boeren gehoorzaamheid vroeg! In mei 1525 kwam een eind aan de Boerenoorlog toen de adel het leger van de boeren met de geestelijke leider Thomas Müntzer overwon en hun leider ter dood bracht. 

De Reformatie van Heilbronn

Het definitieve besluit van Lachmann om zich bij de Reformatie aan te sluiten viel in oktober 1525. Na een goed gesprek met Johannes Brenz, hervormer van de naburige stad Schwäbisch Hall, besloten ze op een gelijke manier de vernieuwing van de kerk door te voeren. Een belangrijk middel daartoe was het gebruik van een catechismus als leerboek voor jong en oud. Brenz had er één opgesteld voor zijn gemeente, nu begon ook Lachmann aan een dergelijk leerboek voor Heilbronn. In samenwerking met de nieuwe rector van de Latijnse School van Heilbronn, Kaspar Gräter, kwam het leerboek in 1528 gereed: het kreeg de naam Catechesis en telde maar liefst 176 vragen en antwoorden. De beide catechismi waren de eerste reformatorische, lutherse leerboeken van de 16de eeuw. 

Tegelijk met het werk aan de catechismus van Heilbronn zette Lachmann, in overleg met de reformatorisch gezinde burgemeester Hans Riesser – door de stemgerechtigden gekozen in 1528 – door dat het Avondmaal (de Messe) onder twee gedaanten werd bediend; en ook dat zowel de doop als het huwelijk voltrokken werden na het voorlezen van een in het Duits opgesteld formulier. Korte tijd later werd bepaald dat diverse door de kerk ingestelde feestdagen werden afgeschaft, wat ook gold de vastendagen. 

Keizer Karel V

In 1530 hield de keizer weer een rijksdag, nu in Augsburg. De zaak van het protestantisme stond hoog op zijn agenda. De vrije rijksstad Heilbronn werd ook opgeroepen om zich te verantwoorden over de kerkelijke veranderingen. Lachmann die meende dat de keizer ‘boven de partijen’ stond, stelde toen het uitvoerige betoog Von der kirchlichen Änderung op, waarin hij de ontwikkelingen in de kerk van Heilbronn uiteenzette. Maar hoe hoopvol Lachmann ook was, zijn geschrift kreeg nauwelijks aandacht. De meeste aandacht ging uit naar de door Melanchthon opgestelde Augsburgse Confessie die aan de keizer werd voorgelezen. Daarop besloot burgemeester Riesser dat Heilbronn zich ook aansloot bij de Augsburgse Confessie. De keizer heeft de felbegeerde eenheid van de kerk niet teruggekregen.

Lachmanns laatste jaren

Met de afschaffing in 1531 van de mis in de Kilianskerk waar Lachmann diende, was de Reformatie van Heilbronn voltooid. Wat uiteraard niet betekende dat de kerk met de armen over elkaar kon gaan zitten. De macht van de roomse partij was nog altijd merkbaar, maar daarvoor sloot de stad zich in 1538 aan bij het protestantse bondgenootschap, de Schmalkaldische Bond

Een ander gevaar kwam van de kant van de anabaptisten ofwel wederdopers, die met name in de dorpen rond Heilbronn waren neergestreken. Ze waren deels afkomstig uit Zwitserland dat als brongebied van de doperse beweging gold. Ook in Duitsland was er sympathie voor de radicaliteit van de dopers, o.m. bij leiders als Karlstadt en Müntzer. Na de Boerenoorlog was de grootste dreiging voorbij. In de regio Heilbronn werden de meeste radicalen uitgewezen. 

Wat deed Lachmann? Het was hem niets te veel om naar de dopers toe te gaan om met mildheid en tegelijk met grote overtuiging de Bijbelse leer over Doop en Verbond uiteen te zetten. Het effect was dat er van een doperse dreiging niet veel meer te merken is geweest. 

Lachmanns krachten begonnen intussen af te nemen. Daarom werd besloten een tweede prediker aan de Kilianskerk te benoemen, 1533. De taakverlichting was erg welkom. Zijn laatste jaren deed hij het kalmer aan; hij werkte meer achter der schermen. Hij moet omstreeks de jaarwisseling van 1538/39 zijn overleden. 

Het is merkwaardig dat zijn begrafenis niet gepaard ging met de publicatie van een lijkrede, ook werd er geen grafsteen aangebracht, en geen geschrift met een levensbeschrijving bleef achterwege. De oorzaak daarvan ligt in het duister. Pas in 1828 heeft de historicus Karl F. Jaeger het tot zijn taak gerekend de Reformatie van Heilbronn uit de doeken te doen en daarbij de nodige aandacht te schenken aan de grote zoon van Heilbronn, reformator Johann Lachmann. 

Vandaag vindt men in Heilbronn een bordje op de muur van het herbouwde Käthchenhaus op de hoek van de markt waar Lachmann jaren heeft gewoond – en is er ook een Lachmannstraße. Maar of ‘men’ hem wel echt kent?