Wat heeft Italië bijgedragen aan de Reformatie? Was dat land, waar paus en inquisitie bijna alles te vertellen hadden, niet extreem gevaarlijk voor iemand die de Reformatie welgezind was? Italië was niet het meest in aanmerking komende land – maar toch! Ook daar werkte de Geest van God! 

Inleiding

De man die we hier aan de lezers voorstellen, kortweg Vermigli, behoort tot de Italiaanse reformatoren. Maar hij geniet in Nederland nog niet veel bekendheid, zijn geschriften zijn ons taalgebied nauwelijks binnengedrongen. Maar dat is aan het veranderen! Er is namelijk een Nederlandstalig boekje over hem verschenen met een tekst van de reformator zelf! Een en ander zal  een leerzame ontdekking opleveren. 

Eerst geef ik nu een schets van zijn leven en werk; aan het slot daarvan wil ik aandacht besteden aan het boekje dat ons zowel de persoon als de opvattingen van deze reformator dichterbij brengen. 

Vermigli en Florence 

Als Piero Mariano Vermigli werd hij geboren in Florence, vermoedelijk  op 8 september 1499 (of 1500). Hij was de oudste zoon van schoenmaker Stefano di Antonio Vermigli en Maria Fumantino. 

Wie Florence zegt, brengt het vrijwel direct in verband met Renaissance en Humanisme. De stad was de hoofdstad van Toscane en deze regio vormde sinds 1115 een (min of meer) zelfstandige republiek, waar vanaf 1434 het bankiersgeslacht De Medici regeerde. De meeste telgen uit deze rijke familie hadden grote belangstelling voor schilderkunstbeeldhouwkunstarchitectuur en literatuur. In de 16de eeuw traden drie pausen uit deze familie op als kerkvorst, waarvan de eerste heel bekend werd: Leo X die Luther in de ban deed. De stad Florence was modern-rooms, d.w.z. de geestelijke toestand van de kerk was minder belangrijk dan de materiële. In zo’n cultuur werd Piero Vermigli geboren. 

Het klooster in

Piero kreeg op de Latijnse School van Florence zijn eerste lessen in de klassieken, terwijl zijn moeder hem al de eerste beginselen van het Latijn had bijgebracht. Hij was al jong geïnteresseerd in theologische vragen en daarom was de intrek in het klooster geen straf voor hem. Dat werd in 1514 het klooster Badia Fiesolana van de Augustijner Koorheren in het naburige Fiesole. Daar had men een grote bibliotheek. Als abt diende daar de befaamde geleerde Aegidius van Viterbo (1469-1532), een man die kritisch stond tegenover de modern geworden kerk. Hij had al jaren geijverd voor kloosterhervorming en eiste van zijn monniken dat ze de Bijbel uit het hoofd kenden! 

Aan het einde van zijn novitiaat nam Piero hier als voornamen aan Pietro Martire, in het Latijn Petrus Martyr, de tweede naam als herinnering aan de martelaar Petrus Martyr van Verona die in 1252 door Milanese (ketterse) katharen was gedood. 

Universiteit van Padua

Na enkele jaren werd Peter Martyr (= de internationaal gehanteerde naam) overgeplaatst naar Padua waar hij zich inschreef aan de universiteit. Fe filosofie van Aristoteles voerde er de boventoon. Dat hield in dat de scholastieke methode – waarin o.a. de grote Thomas van Aquino zijn theologie had gegoten – nog altijd werd toegepast; tevens dat de moderne denk- en redeneermethoden er niet welkom waren. In Padua leerde Peter zich het Grieks, vooral om de teksten van Griekse kerkvaders in de oorspronkelijke taal te kunnen lezen. 

In Padua kreeg Peter Martyr ook het oeuvre van het Latijn schrijvende kerkvader Augustinus in handen, waardoor hij een theologie leerde kennen die niet was ‘ingepakt’ in de denkkaders van de Scholastiek. In een verfrissend Augustijnse context gaf hem dat denkruimte. Hij ging ertoe over het Nieuwe Testament te lezen in de grondtaal; de Vulgaat was voor hem maar een hulpmiddel van magere kwaliteit. De edities van Erasmus’ Nieuwe Testament in 1516 en volgende jaren waren zeer welkom. In Padua werd Peter Martyr Vermigli gepromoveerd tot doctor in de theologie, 1525. Zijn bekwaamheden werden zó gewaardeerd dat hij benoemd werd tot prediker; de verkiezing daarvoor werd gehouden op 29 april 1526, de feestdag van de martelaar waaraan Peter zijn naam te danken had. Tot 1535 bleef hij in Padua doorstuderen. Wel kreeg hij de ene na de andere kerkelijke benoeming. Maar hij kon veel aan. Terwijl hij tijdelijk dienstdeed in Bologna leerde hij daar met hulp van de Joodse arts Isaäc het Hebreeuws. Hij werd doorkneed in de joodse cultuur en de daarbij behorende religieuze teksten waardoor hij de bijnaam ‘de grote rabbi’ kreeg. Weer ging er een deur open naar de Heilige Schrift. Zou het bij Vermigli blijven bij veel ‘technische’ kennis van de Bijbeltalen? Of zou het licht van het Evangelie nog echt doordringen in zijn hart? 

Naar Napels

In 1537 vertrok Vermigli naar Napels; hij was benoemd tot abt van het klooster St. Petri ad aram, waar volgens de traditie de apostel Petrus op weg naar Rome ooit gepreekt had en de sacramenten van doop en avondmaal bediend aan de eerste Napolitaanse christenen. Een stenen altaar (Latijn: ara) zou de plek zijn geweest waar Petrus het brood brak en de wijn schonk. Daarom trok de kerk heel veel pelgrims: een dergelijk relikwie zag men niet elke dag. En bovendien leverde het een aflaat op. Maar van dit soort uiterlijkheden was de nieuwe abt niet gediend. Daarin kreeg hij steun van de Spaanse vluchteling (voor de inquisitie) Juan de Valdés (ca. 1500-1541). Deze werkte toen in Napels voor de keizer als inspecteur van de keizerlijke verdedigingswerken. Zijn villa werd een centrum van gelovigen die streefden naar ‘inwendige vernieuwing’. Ze kwamen daar om er samen over te spreken en voor elkaar te bidden. Bij die gelegenheden gingen naast allerlei spirituele literatuur ook reformatorische boeken van hand tot hand: van Luther, Zwingli en Bucer; men besprak hun teksten. Voor Vermigli stond de eerbied voor de Bijbel als het Woord van God centraal: Sola Scriptura

De eerste stap naar de Reformatie

In het gezelschap van de groep van Valdés kreeg ook Vermigli na aankomst in Napels een plek. En daar gebeurde het dat Vermigli de weg naar de Reformatie vond en die ook insloeg. Die werd versterkt door zijn kennisname van enkele Bijbelcommentaren van Martin Bucer, de hervormer van Straatsburg. 

In Napels merkte men dit goed aan de preken van Vermigli: hij liet nieuwe dingen horen vanuit de ene Bron die de kerk heeft om daaruit te leven. In twee kerken per zondag verkondigde Vermigli ‘de nieuwe leer’. Onder zijn gehoor bevond zich de Italiaanse edelman Galeazzo Caracciolo, de markies van Vico: ook hij kwam onder bekoring van de samenkomsten bij Valdés. Na zijn bekering tot de Reformatie vertrok hij naar Duitsland waar hij de geschriften van Luther onderzocht. In 1551 ging de markies naar Genève, waar hij de eerste kerk voor Italiaanse protestanten stichtte. 

Maar intussen braken er in 1541 voor Vermigli moeilijke tijden aan. Het preken werd hem verboden. Maar een openlijk vonnis kwam er niet dankzij invloedrijke vrienden – onder hen niemand minder dan de reform-kardinaal Gasparo Contarini. 

Naar Lucca

Vermigli kreeg in 1541 een benoeming tot abt van het klooster San Frediano in Lucca, een stad in Toscane (San Frediano was bisschop van Lucca geweest, 6de eeuw). Als taak kreeg Vermigli het geven van colleges in de theologie, waarin hij (in het Latijn) de Brieven van Paulus behandelde en in de avonduren de Psalmen besprak. Bijbelboeken die door alle reformatoren, Luther voorop, ook waren onderzocht en behandeld – met gerote gevolgen voor kerk en theologie. 

Op zondag preekte Vermigli in het Italiaans op een manier die de inwoners van Lucca – en plaatsen in de omgeving – best konden waarderen. Maar ook hier stak het verzet de kop op. Al in 1542 werd Vermigli beschuldigd van het uitdragen van reformatorische ideeën. Hij wist met enkele geestverwanten naar Zwitserland te vluchten.  Maar hij vergat zijn christenen in Lucca niet: hij stuurde hen zijn pas geschreven verklaring van de Apostolische Geloofsbelijdenis als afscheidsgroet. Over dit nu in het Nederlands vertaalde boekje meer aan het slot van dit artikel. 

Overigens is het ook vermeldenswaard dat in het voetspoor van Vermigli veel meer Italianen wegens de vervolgingen de weg naar Zwitserland kozen. Onder hen de families Diodati en Turrettini, van wie enkele nakomelingen belangrijke bijdragen leverden voor de verbreiding en verdieping van de Reformatie. De in Genève werkzame dogmaticus Turrettini (1623-1687) werd vooral bekend door zijn gereformeerde dogmatiek, de Institutiones theologiae elencticae (1679-1685). 

Straatsburg

Via tussenstops in Zürich en Bazel, waar voor hem geen dienstbetrekking openstond, reisde Vermigli op uitnodiging van Bucer door naar Straatsburg. De ontmoeting tussen beiden was alsof ze elkaar al goed kenden. En dat was voor Vermigli wel enigszins het geval na zijn bestudering boeken van Bucer. Deze hervormer van Straatsburg schakelde Vermigli zo snel mogelijk in: de Italiaan kreeg het verzoek colleges te geven over het Oude Testament – nodig na het overlijden van Wolfgang Capito in november 1541. Zo werkte Vermigli van 1542-1547 in Straatsburg met veel genoegen. De relatie met Bucer groeide uit tot een warme vriendschap. Dat kwam mee door de grote gaven die Vermigli in zijn colleges uitstalde: dat was kwaliteit van de bovenste plank. 

File:Peter Martyr Vermigli by Meyer.jpg - Wikimedia Commons

Naar Oxford

In 1548 vertrok Vermigli naar Engeland, genoodzaakt door de machtspolitiek van keizer Karel V. Hij had een uitnodiging ontvangen van de reformator en Anglicaanse aartsbisschop Thomas Cranmer om theologisch hoogleraar in Oxford te worden. Hij kreeg tot taak de studenten meer vertrouwd te maken met het gedachtengoed van de Reformatie. Daarvoor ging Vermigli te werk met een nadere verklaring van enkele brieven van de apostel Paulus – eerst die aan Korinthe, daarna die aan de Romeinen. Met de uitleg van de eerste brief aan Korinthe bereikte Vermigli dat men geen bijzondere waarde meer toekende aan het celibaat voor geestelijken. Ook legde hij de leer van het Avondmaal zo uit dat men geen geloof meer hechtte aan de roomse leer van de transsubstantiatie (brood en wijn veranderen in lichaam en bloed van Christus). Maar Vermigli had ook ernstige bezwaren tegen de Lutherse opvatting van het Avondmaal, de leer van de consubstantiatie. 

In zake de leer van de rechtvaardiging van de zondaar (door het geloof alleen) was Vermigli van mening dat er een drievoudige rechtvaardiging bestond: a. de vrijspraak van de schuld; b. de wedergeboorte; c. de heiliging. Hierover had Luther een vergelijkbare mening, maar of Vermigli die ook kende is niet bekend. Het staat in ieder geval vast dat de Italiaanse hervormer en ook Luther hierbij niet dachten aan ook maar enige verdienstelijkheid van goede werken. Hier bleef het adagium overeind van het sola gratia.  

De door Vermigli ontwikkelde leer van de uitverkiezing kenmerkte zich door de oriëntatie op de werken van Augustinus, waardoor hij de leer van de vrije wil tot het goede afwees. Vermigli was een overtuigde tegenstander van het (semi-)pelagianisme. Hij verwierp dan ook de opvatting dat de mens een zekere mate van autonomie bezat om het heil van God te ontvangen. De mens wordt alleen maar door de verkiezende God uit vrije genade gerechtvaardigd. 

Terug naar Zwitserland

Toen in Engeland na het overlijden van de jonge koning Eduard VI de politieke verhoudingen zo grondig veranderden ten gunste van de rooms-katholieke koningin Maria Stuart – felle vervolgingen waren na 1553 aan de orde van de dag – werd het voor Vermigli tijd om terug te keren naar veiliger oorden. Hij koos voor Zürich, waar Bullinger leiding gaf aan de kerk. Van Calvijn – met wie hij in regelmatige correspondentie stond – kreeg hij de uitnodiging om in Genève pastor te worden van de gereformeerde gemeente van Italianen. Maar hij bleef in Zürich om daar de lege plaats van de oudtestamenticus Konrad Pellikan in te nemen, hij werd ook hier hoogleraar Oude Testament. Toch bleef hij ook pastor, wat bleek toen in Zürich een groep geloofsvluchtelingen uit Locarno was aangekomen. Vermigli heeft hen als zijn broeders en zusters zo goed mogelijk gediend als hun geestelijke leidsman.

Op 12 november 1562 overleed Peter Martyr Vermigli in Zürich aan een longaandoening; zijn eerste vrouw, Catherine Dammartin, een ex-non uit Metz, met wie hij in 1544 was getrouwd in Pisa, was in 1553 in Oxford kinderloos gestorven. Vermigli trouwde zes jaar later met de Italiaanse ex-non Catharina Merenda uit Brixen, in welk huwelijk een dochter werd geboren.  

Vermigli had tot ver buiten zijn vaderland het Woord van God onderwezen aan nieuwe generaties. Als zijn belangrijkste werk beschouwt men zijn Loci Communes, een dogmatiek die pas in 1576 in Engeland werd gedrukt. In 2007 hielden theologen een internationaal congres over Vermigli in het Canadese Montreal. Deze reformator mag niet vergeten worden! 

Impressie van een fijn klein boekje

Nog niet zo lang geleden gaf uitgeverij De Banier een door Vermigli geschreven boekje uit met daarin zijn uitleg van de Twaalf Artikelen, ofwel het Apostolicum. Zonder twijfel een primeur voor ons land. De oudste editie is van 1544 te Basel; op dat moment werkte hij al in Straatsburg. Het boekje kwam uit in het Italiaans, daarmee bedoeld voor een breed publiek, feitelijk voor zijn broeders en zusters die in Italië leefden onder de permanente dreiging van de inquisitie. Het was een hartelijke groet met de sterke bedoeling de geloofsverbondenheid onder woorden te brengen, juist als de tijden moeilijk waren. Zo heeft het ook later gediend ter bemoediging; de volgende editie verscheen in het Engels in 1578; op deze uitgave is de Nederlandse editie gebaseerd. 

De eigenlijke tekst telt nog geen 100 bladzijden. In de nu uitgegeven editie treft men voorafgaand aan de bespreking van de Geloofsbelijdenis wel enkele bladzijden inleiding en toelichting aan – ook nodig om de onbekendheid van de auteur enigszins op te heffen. 

Als een soort catechismus bedoeld, geeft de auteur ons een helder inzicht in de betekenis van de Twaalf Artikelen. Elke paragraaf biedt wel een aantal verrassende doorkijkjes in de manier van uitleggen door Vermigli. Zoals hij schrijft over de menswording van Christus kan men die het beste plaatsen tegenover de toenmalige ketterse opvattingen van doperse en Sociniaanse stromingen. En ketterse opvattingen merkt men vandaag ook op: er is een sterke hang om in volkomen vrijheid van denken zelf een beeld te schetsen van Christus of van de Heilige Geest. Maar Vermigli doet daar niet aan mee: hij laat de Heilige Schrift spreken. En daarin vertoont hij de sterkst mogelijke overeenkomst met de andere reformatoren in Europa. 

Literatuur

Petrus Martyr Vermigli, IK GELOOF. Een eenvoudige verklaring van de Apostolische Geloofsbelijdenis. Vertaald door C.L. Freeke.  Apeldoorn 2018 

Klaus Sturm, Die Theologie Peter Martyr Vermiglis während seines eersten Aufenthalts in Strassburg 1542-1547. Neukirchen-Vluyn 1971

Michael Baumann, Petrus Martyr Vermigli in Zürich (1556-1562). Göttingen 2016

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *